Birgitte
Jonkers
Josien
Laurier is een literair talent
Eigenzinnige
verhalen nemen een loopje met de werkelijkheid
Wie,
in navolging van doorgaans mannelijke critici, nog altijd in de
veronderstelling verkeert dat vrouwen geen feeling hebben voor
het grote literaire schrijven, die zou het werk van schrijfster
Josien Laurier eens ter hand moeten nemen. Tot mijn spijt las
ik nooit eerder iets van haar. In groeiende bewondering heb ik
me door haar jongste bundel verhalen, analoog getiteld 'De
verhalenbundel', laten leiden. In een vijftiental teksten
wordt een wereld van belcampistische allure opgeworpen, waarin
personages veelal door een futiel voorval uit hun alledaagse werkelijkheid
tuimelen. Waarna ze in het veranderde leven met aangepaste wanen
verder strompelen.
Josien
Laurier stoft haar figuren af en laat ze literair herademen. Ze
doet dat in een uiterst eigenzinnige, literaire stijl, die en
passant ontroert, vermaakt, verbaast.
Tussen
de verhalen die het wat minder doen wanneer het Laurier
ongewild niet lukt haar verbeelding op de rails te houden
schitteren nieuw geschapen werkelijkheden, zoals in het titelverhaal
waarin een man zijn eigen gedrag gekopieerd terugvindt in het
boek dat hij aan het lezen is.
Hem
bekruipt niet alleen het beklemmende gevoel dat hij het personage
geworden ís, maar ook dat hem door de auteur medezeggenschap
over verloop en afloop is verleend. De onbenulligheid over zijn
eigen bestaan overwegende komt hij tot de conclusie dat die hele
literatuur boerenbedrog moet zijn.
Het
verhaal aldus ontwricht gebruikt Josien Laurier om het even te
laten zweven, waarna het een paar vertellingen verder weer op
papier daalt en een nieuw vervolg krijgt.
Zoals
in dit geval in 'De recensie'. Hierin is de lezer uit het
eerste verhaal getransformeerd tot criticus met weer een boek
dat ook hem weer 'achtervolgt'. Een uiterst bizar, vernuftig kader
waarin lezer en criticus beiden hun rol als lezer en criticus
in de werkelijkheid verliezen. Aan een zelfde procédé
zijn de verhalen 'De schoonmaakster' en 'Stof' onderhevig.
In het eerste geval vanuit het perspectief van de middelbare,
wantrouwende wetenschapper die een vrouw in huis haalt om zijn
huis schoon te maken en vervolgens gezien vanuit de schoonmaakster.
Twee heel diverse verhalen, maar met een zelfde achtergrond van
vermoeden, angst, ongerijmdheid. Nog één keer probeert
de auteur deze techniek uit, in een absurdistisch tweeluik, waarin
in het eerste deel een vrouw in een oerwoud haar lenzen verliest.
Ook al gaat Laurier in de nasleep wel wat erg wild met haar verbeelding
om, feit blijft dat haar onmiskenbare talent beloftes voor de
toekomst ruim in moet kunnen lossen.