Andere recensies            Josien Laurier       

Recensie van Voor ons ligt een dag van bramenjam van
Josien Laurier door Odile Jansen, Trouw, 26 september 1997.

Odile Jansen

Engelen delen rozen uit op straat

'Een poëtische soap', dat klinkt bijna als een vloek, maar een betere typering voor 'Voor ons ligt een dag van bramenjam', is er eigenlijk niet. Op onnavolgbare manier zijn in deze derde roman van Josien Laurier lichtvoetige satire en poëzie verenigd met het pathetische van een melodrama en de intriges zoals we die kennen uit een soap.

De nieuwe Laurier is dus niet zozeer de literaire tegenhanger van 'Goede Tijden - Slechte Tijden', maar veel meer van de postmoderne tv-drama's die Dennis Potter creërde met 'The Singing Detective' en andere producties, waarin hij verschillende genres verenigde tot één meeslepend geheel.

Niet alleen de filmische kwaliteiten van dit boek nodigen uit tot het maken van deze vergelijking, maar ook de manier waarop in 'Voor ons ligt een dag van bramenjam' à la Potter speels de realiteit wordt doorbroken met hallucinerende beelden van een grote poëtische kracht. De woorden dansen bij Laurier haast van de regels af, wanneer fietswrakken veranderen in een walvisgeraamte en engelen rozen uitdelen op straat. Dat de wereld die zij schept bijna zichtbaar, tastbaar, ruikbaar wordt, is vooral te danken aan deze door de tekst rondzwervende eigenzinnige metaforen.

Onalledaags is ook de compositie van deze roman die soms wat hersengymnastiek van de lezer verlangt, want er wordt ruimschoots en geraffineerd gebruik gemaakt van de literaire trukendoos. De meest ingenieuze kunstgreep die Laurier toepast is wel de creatie van een spiegelconstructie binnen de cursief gedrukte, raadselachtige passages die her en der in de roman het gewone verhaal doorbreken.

De betekenis van deze fragmenten geeft zich pas volledig prijs aan het slot. Veel kan hier niet over gezegd worden zonder de clou te verraden. Hooguit dat er in dit verbrokkelde verhaal naar een Zuid-Amerikaanse soap wordt gekeken waarin de 'good guys' en de 'bad guys' verdacht veel lijken op de drie ietwat karikaturale hoofdpersonen die Laurier met veel gevoel voor humor en satire neerzet. (̉De langste draagt een gordijn dat afzakt bij haar schouder en kiert bij haar knie. (. . .) De ander heeft het profiel van een knaagdier. Als Dana een viltstift bij zich had, en de vrouw wilde stilzitten, zou ze op haar bleke wangen snorharen kunnen tekenen.")

Deze vrouwen die in niets op elkaar lijken, zijn door het noodlot in de gedaante van een klein adviesbureau bijeengebracht. Het enige wat ze gemeenschappelijk hebben is een overvloed aan onvervulde verlangens. De koele, berekende carrièrevrouw Ella snakt naar status, geld en macht. Ze hoopt op een huwelijk met Simon, de eigenaar van een Artotheek en nieuwe opdrachtgever van het bureau. Haar collega Bea, gevoelig, maar wat braaf, heeft haar kansen in het leven voorbij laten gaan. Bij gebrek aan eigen kroost, is ze 'foster parent' geworden van een hele schaar adoptiekinderen.

En dan is er nog de prettig gestoorde uitzendkracht Dana die de zieke Odile vervangt. Dana hallucineert doorlopend. Haar grote droom is het bezit van een rok met artillerieprint. Even zou ze zich dan in de meidagen van '45 kunnen wanen, dansend in de armen van een Canadees.

Laurier laat deze drie licht verknipte vrouwen in monologues intérieur en dagdromen, aaneengesmeed door realistische beschrijvingen, elk hun versie geven van de verwikkelingen op het bureau na de plotselinge ziekenhuisopname van collega Odile. Deze ongekroonde koningin van het communicatie-adviesbureau is de grote afwezige in het verhaal, dat zich op haar en haar zesjarige dove zoontje Monie concentreert. Monie en Odile leren we uitsluitend kennen door de verhalen van Ella, Bea en Dana waarin ze alles overheersend aanwezig zijn. De sensuele, mondaine, onafhankelijke Odile verschijnt afwisselend als de 'oude vlam' van Simon (Ella), een bijzonder geliefde collega (Bea), en tenslotte als de dochter van de minstens zo eigenzinnige Rachel die haar dagen slijt met drinken, tv-kijken en motorrijden (Dana).

Deze enigmatische vrouw en haar even ondoorgrondelijke zoontje vormen het object van verlangen van anderen. Odile's man (?) Tim, Bea en Simon spinnen hun eigen onwerkelijke fantasieën rondom hen. Maar het net dat ze weven is niet sterk genoeg. Laurier schrijft niet alleen Odile het ziekenhuis in, maar laat ook Monie - kort - verdwijnen. Ook andere felbegeerde objecten, dossiers, tassen, minnaars lossen op mysterieuze wijze op in het niets.

Hun verlies verstoort op nogal wrede wijze lang gekoesterde illusies in 'Voor ons ligt een dag van bramenjam'. Alleen Monie, Bea en de gekke Dana, die leven in een wereld vol magie, zien hun wensen in vervulling gaan. De anderen komen van een koude kermis thuis. Alleen wie zichzelf genoeg is en niet rusteloos dromen najaagt, vindt het geluk lijkt Josien Laurier te zeggen, hoe armzalig dat soms ook is.

Copyright: Odile Jansen

Josien Laurier: Voor ons ligt een dag van bramenjam.
Roman. Amsterdam: Querido, 148 blz. fl. 29,90.